Treingeluid

Vraag de kinderen of zij ooit op een treinstation zijn geweest.
Praat met de kinderen over wat ze daar allemaal zouden kunnen zien.

Stel vragen als:

• Hoe wist je wanneer er een trein aan kwam? (Treinen maken een soort fluitgeluid om te waarschuwen dat zij eraan komen.)
• Waardoor kunnen treinen rijden? (Treinen gebruiken verschillende soorten energie om te kunnen rijden, zoals hout, elektriciteit, diesel, enz.)

Vertel hun dat jullie nog een tuuttuut-treinspel gaan spelen!
Laat de kinderen in een rij gaan staan met hun handen op de schouders van degene voor hen, net zoals de vorige keer.

Leg uit dat op het moment dat jij ‘geel licht’ zegt, dat ze dan een ‘tuuttuut’-geluid maken en door de klas gaan lopen.
Als je ‘blauw licht’ zegt, betekent dit dat de trein brandstof nodig heeft; zij moeten stoppen en een ‘bloep bloep’-geluid maken om de trein vol te tanken met diesel.

Tip: Als de kinderen klaar zijn voor een extra uitdaging, kun je het spel moeilijker maken door de rode en groene actiestenen toe te voegen van het tuuttuuttreinspel dat jullie in de vorige beginnersles hebben gespeeld.

Laat iedere groep een bouwkaart pakken en een van de modellen bouwen die aan de zijkant staan (bijvoorbeeld een picknickplaats, tankstation en trein).
Wanneer de kinderen klaar zijn met bouwen, vraag je hen om samen te werken aan een spoorbaan met twee uiteinden (het gebruik van acht spoorbaanstukken wordt aangeraden).
Laten we de trein starten!

Gebruik enkele LEGO^® DUPLO^® figuren als passagiers.
Vertel de kinderen dat de passagiers van de picknickplaats naar het benzinestation willen.
Kunnen jullie hen helpen bij het benzinestation te komen?

Praat met de kinderen over de actiestenen.

Stel vragen als:

• Waar heb je de blauwe actiesteen/stenen neergelegd en waarom?
• Waar heb je de gele actiesteen/stenen neergelegd en waarom? (Probeer terug te verwijzen naar het gesprek tijdens Activeren; een fluitgeluid is een waarschuwing).
• Kun je de treinreis omschrijven? (zoals: de trein vertrok van... kwam langs... en stopte bij...)

Moedig de kinderen aan een langere spoorbaan te bouwen en om meer stations te creëren.
Probeer hun interesse te wekken in het gebruik van alle actiestenen op de juiste plekken.

Stel vragen als:

• Wat gebeurde er toen de trein over de witte steen reed?
• Denk na over hoe je de actiestenen en modellen op en langs het spoor hebt geplaatst. Kun je de treinreis omschrijven?

De witte actiesteen zorgt ervoor dat de lampen van de trein aan- en uitgaan. Print de afbeelding van de tunnel uit en plaatst deze over het spoor (zie het voorbeeld hiernaast). Leg de witte actiestenen aan weerszijden van de tunnel en vraag de kinderen om te kijken wat er gebeurt als de trein door de tunnel rijdt.

Evalueer de vaardigheidsontwikkeling van de kinderen door te kijken of ze:

• Verbanden tussen oorzaak en gevolg aangeven
• Getallen en gebeurtenissen op de juiste manier op volgorde leggen
• Voorwerpen en gebeurtenissen bekijken en beschrijven
• Vragen stellen over concepten die te maken hebben met wetenschap en technologie