Y-vormige spoorbaan - Voorwaarden
In deze les zullen kinderen leren inzien en begrijpen dat de Y-vormige spoorbaan opties biedt en in staat zijn om oplossingen te bedenken en optimaliseren.
Activeren
Vertel de kinderen dat ze het spel ‘gekleurde kaartjes’ gaan spelen. Wijs ten minste drie plekken in het klaslokaal aan als ‘treinstations’.
Laat de kinderen helpen om deze te vernoemen naar hun favoriete plekken (bijv. speeltuin, pretpark).
Leg stenen van verschillende kleuren bij ieder station en gebruik stenen van de dezelfde kleur als ‘kaartjes’.
Jij speelt de conducteur en geeft de kinderen een kaartje in de kleur die past bij hun bestemming.
Als je de kaartjes uitdeelt, introduceer je het gebruik van als-dan-uitspraken (bijvoorbeeld als je een rood kaartje hebt, dan ga je naar...).
Vraag de kinderen naar hun bestemming te lopen en controleer of de kleur van de steen overeenkomt met de kleur van hun ‘kaartje’.
Onderzoeken
De kinderen gaan nu hun eigen gekleurde-kaartjesspel bouwen!
Laat hun de Y-vormige spoorbaan zien en de baan met een wissel.
Vraag hun om een soortgelijke Y-vormige spoorbaan te bouwen met ten minste twee stations langs het spoor (zie kantlijn voor een voorbeeld).
Leg uit dat ze andere kleuren stenen moeten gebruiken om de stations aan te geven die ze hebben gebouwd; net als in het spel dat ze zojuist hebben gespeeld.
Wijs een kind aan als conducteur die de stenen, die als ‘treinkaartjes’ worden gebruikt, uitdeelt.
Uitleggen
Vertel de kinderen dat treinen signalen geven om aan te geven waar ze heen willen.
Leg uit dat dit niet veel verschilt van hoe zij net de gekleurde kaartjes hebben gebruikt om aan te geven waar zij heen wilden.
Praat met de kinderen over hoe treinen signalen geven.
Stel vragen als:
- Welke signalen kunnen treinen geven? (Maak een ‘tuuttuut’-geluid.)
- Kunnen treinen signalen afgeven zonder geluid te maken? (bijvoorbeeld door met hun lichten te knipperen, een kleursignaal te geven of door hoe ze eruit zien)
- Welk soort signaal vind jij het beste? Waarom:
Uitbreiden
Stimuleer de kinderen om met beide wissels een spoorbaan met drie uiteinden of een
Q-vormige spoorbaan te bouwen.
Praat over de logistiek die komt kijken bij het op dit soort spoorbaan laten rijden van een trein.
Stel vragen als:
- Hoe geef je signalen nu er meer bestemmingen zijn?
- Hoe help jij de trein terug te gaan en bij andere stations te stoppen? (Met behulp van de groene actiesteen.)
Evalueren
Evalueer de vaardigheidsontwikkeling van de kinderen door te kijken of ze:
- Vragen stellen over concepten die te maken hebben met wetenschap en technologie
- Voorwerpen en gebeurtenissen observeren en beschrijven
- Verbanden tussen oorzaak en gevolg aangeven
Ondersteuning voor de leraar
Kinderen:
- Begrijpen dat de Y-vormige spoorbaan keuzes biedt
- Ontwerpen en optimaliseren oplossingen
- Kunnen verschillende treinspoorvormen en hun toepassingen met elkaar vergelijken (dat wil zeggen op volgorde leggen, herhalen en voorwaarden)
Voor maximaal zes kinderen
Programmeerexpres set (45025)
De Programmeer Expreslessen zijn ontwikkeld op basis van de richtlijnen voor natuurwetenschappen, wiskunde en technologie van de Amerikaanse National Association for the Education of Young Children (NAEYC), Head Start en de 21st Century Early Year Learning Skills (P21).
Het schema van leerdoelen en 21e-eeuwse vaardigheden geeft een overzicht van alle
leerdoelen die in deze handleiding voor de leerkracht staan vermeld. De leerdoelen die aan het einde van elke les zijn vermeld, kunnen worden gebruikt om te bepalen of elk kind al dan niet de relevante vaardigheden aan het ontwikkelen is. Deze punten richten zich op specifieke vaardigheden of stukjes informatie die tijdens elke les worden geoefend of gepresenteerd.