Rondreizen

• Zorg ervoor dat je www.LEGOeducation/start en de Mijn XL Wereld startvideo’s hebt bekeken.
• Bekijk de video in de rechterbovenhoek van deze pagina voor een overzicht van deze les.
• Selecteer de inspiratiekaarten die je nodig hebt voor de les.
• Ruim een deel van het klaslokaal zo in dat kinderen hun modellen er gemakkelijk kunnen bouwen en ermee kunnen spelen.

Laat de kinderen de inspiratiekaart van de bushalte zien en lees dit korte verhaaltje voor.

Dit is een bushalte in Regenboogstad. Victor koopt een buskaartje bij de kaartjesautomaat. Hij gaat naar zijn werk. Vandaag neemt Uma Xavier, Wei, Yasmin en Zoe mee naar het pretpark. Ze ontmoeten elkaar bij de bushalte en nemen de bus. Xavier is vroeg aangekomen met zijn beer, en Yasmin en Wei zijn onderweg. Oh nee! Zoe is haar buskaartje kwijt!

Breng een kort gesprek op gang over voertuigen. Stel vragen als:

• Hoe ga je naar school? Ga je met de bus, de auto, de fiets of de metro?
• Kun je nog andere soorten voertuigen bedenken?
• Heb je daar wel eens in of op gezeten? Waar ging je toen heen?

Vertel de kinderen dat ze een voertuig gaan bouwen voor hun LEGO^® DUPLO^® vrienden.
Laat ze in tweetallen nadenken over waar hun LEGO^® DUPLO^® figuur heen zou willen en vraag ze dan om een voertuig te maken.
Ze kunnen hun fantasie gebruiken en een nieuw model maken of een voorbeeld gebruiken van de inspiratiekaarten.
Zet de modellen op één plek als iedereen klaar is met bouwen, zodat de kinderen kunnen zien wat anderen hebben gemaakt.

Roep de kinderen bij elkaar en vraag ze na te denken over wat ze hebben opgebouwd.
Breng een gesprek op gang door vragen te stellen als:

• Waar gaat jullie LEGO^® DUPLO^® vriend heen?
• Welk voertuig gaat hij of zij nemen?
• Hoeveel mensen passen er in jullie voertuig?
• Welke voertuigen rijden op de grond? Welke vliegen in de lucht? Welke varen op het water?

Moedig de kinderen om in hun tweetal om de beurt te spelen dat ze bestuurders of passagiers zijn met de LEGO^® DUPLO^® figuren. Stel voor dat ze ook kunnen spelen dat ze een kaartje kopen en instappen in een trein of bus.

Stel sturende vragen, zoals:

• Waar zit de bestuurder?
• Waar kunnen passagiers een kaartje kopen?

Evalueer de vaardigheidsontwikkeling van de kinderen door te kijken of ze:

• het belang van openbaar vervoer in een gemeenschap begrijpen
• eigen ideeën bijdragen aan creatieve projecten en hun eigen ideeën verzinnen tijdens het spelen.

Vereenvoudig deze les door:

• elk tweetal één model te laten bouwen
• de les te doen met een kleinere groep (d.w.z. 3-4 kinderen) en meer ondersteuning te bieden bij het bouwen

Verhoog de moeilijkheidsgraad door:

• kinderen aan te moedigen om voertuigen te ontwerpen die zich door de lucht, over de grond of over water kunnen verplaatsen.

TAALAANVULLING
Optie 1:
Leg uit dat mensen die op reis gaan soms ansichtkaarten sturen naar hun vrienden en familie. Laat de kinderen een ansichtkaart tekenen met een bericht voor een of twee van hun vrienden of familieleden.
Optie 2:
Laat de kinderen een reisplan tekenen en schrijven. Zeg dat ze niet moeten vergeten op te schrijven waar ze heen gaan, met wie ze gaan en welk voertuig ze nemen.