Levenscycli
Leo heeft geleerd dat kikkervisjes eigenlijk babykikkers zijn. Hij vraagt zich af hoe andere dieren en planten veranderen als ze groeien.
Voorbereiden
(LET OP: Deze les bevat een deel A en een deel B. Beide delen zijn belangrijk om de standaard volledig te kunnen leren. Als de tijd beperkt is, neem dan beide delen door om elementen te kiezen die aansluiten op de behoeften van je leerlingen.)
In deze les werken de leerlingen in groepjes aan een gedeeld model van de levenscyclus van een plant of dier, inclusief vier levensstadia en een roterend platform waarop de cyclus kan worden weergegeven. De gegeven voorbeelden dienen ter inspiratie. Leerlingen moeten een platform en levenscyclus ontwerpen met hun groepje en daarna bouwen.
Je kunt eventueel tweetallen combineren om groepjes van vier te maken en aan elke leerling een ander levensstadium toewijzen. Leerlingen kunnen samenwerken op één platform of hun eigen modellen bouwen en modellen van levensstadia van elkaar lenen om te testen.
Houd rekening met de behoeften en volwassenheid van je leerlingen bij het introduceren van de stadia veroudering en/of overlijden.
- Voorkennis opbouwen - Levenscycli: Deel informatie, afbeeldingen en definities met behulp van je belangrijkste wetenschappelijke materialen om zo voorkennis op te bouwen.
- Dieren en planten hebben verschillende levenscycli. (Richt je op levenscycli die leerlingen al kennen van school of uit de omgeving, zoals bloeiende planten, vlinders, kikkers of bekende vogels en zoogdieren.)
- De levenscycli van dieren kunnen bestaan uit ei, larve, baby, kind of jong dier, nimf, tiener, jongvolwassene, volwassene, ouder met kinderen, oude volwassene.
- De levenscycli van planten kunnen bestaan uit zaad, zaailing, jonge plant, volwassen plant, plant met bloemen, plant met fruit.
- Belangrijkste begrippen: levenscyclus, patroon
- Bouw- en programmeerervaring: Bekijk de suggesties in het lesplan. Voor deze les kun je ook:
- De oefenactiviteit De motor in het menu Starten van de SPIKE app doorlopen.
- De sectie Motorblokken van het menu Help > Woordblokken in de SPIKE app gebruiken voor extra ondersteuning.
- De les Omhoog met de helikopter gebruiken om ervaring op te doen met het gebruik van de motor om een bouwwerk te laten draaien.
DEEL A (45 minuten)
Activeren
(Hele klas, 5 minuten)
Introduceer de hoofdpersoon/hoofdpersonen van het verhaal en de eerste uitdaging: Leo heeft geleerd dat kikkervisjes eigenlijk babykikkers zijn. Hij vraagt zich af hoe andere dieren en planten veranderen als ze groeien.
DENKEN: Breng een korte bespreking van het lesonderwerp op gang, eventueel met behulp van de verhaalafbeelding.
- Kikkers veranderen tijdens hun levenscyclus van eieren in kikkervisjes, in volwassen kikkers en uiteindelijk in oudere kikkers. Welke stadia doorlopen sommige andere dieren? (De antwoorden kunnen variëren, denk aan ei, larve (rups), pop, vlinder; ei, babyvogel, jonge vogel, volwassen vogel, ouder wordende/oude vogel; babyhond/puppy, jonge hond, oudere/oude hond; baby, kind, tiener, ouder met kinderen, ouder wordende/oude volwassene)
- Hoe zit het met planten? Hoe veranderen die tijdens hun levenscyclus? (De antwoorden kunnen variëren, denk aan zaad, zaailing, jonge plant, volwassen plant, plant met bloemen, plant met fruit.)
- Maak duidelijk dat hoewel deze levenscycli verschillen hebben, ze allemaal bepaalde stadia met elkaar hebben: geboorte, groei, voortplanting (het maken van nieuwe dieren of planten) en ouder worden.
- Kies de levenscyclus van een plant of dier om in een model weer te geven.
Geef elke groep een SPIKE Essential Set en apparaat.
Onderzoeken
(Kleine groepjes, 40 minuten)
Terwijl de leerlingen aan het bouwen en programmeren gaan, kun je de onderstaande voorbeelden delen als extra ondersteuning. Maak duidelijk dat de afbeelding(en) één idee laten zien en dat de leerlingen hun eigen ideeën moeten bouwen voor een roterend platform en de modellen van een levenscyclus.
Laat leerlingen:
- Modellen BOUWEN die Leo vier levensstadia laten zien voor het door hen gekozen organisme, waarbij de juiste stadia worden geselecteerd uit de stadia die in het lesgedeelte Activeren zijn besproken.
- Beginnen met het BOUWEN en PROGRAMMEREN van een roterend platform voor hun modellen om te laten zien dat alle levenscycli een herhalend patroon zijn.
- (Optioneel) Werk in groepjes van vier, waarbij elk groepje een stadium van één levenscyclus opbouwt. Groepen kunnen modellen van stadia delen om op elkaars platforms te testen.
Brainstorm samen over manieren om de verschillende stadia te bouwen, inclusief manieren om verschillen in grootte tussen de stadia van hun model te laten zien. (Schalen kunnen per leerling verschillen, maar moeten logisch zijn binnen modellen.) Verken programmeermogelijkheden, zoals het gebruik van de motor om het platform te laten draaien.
Laat de leerlingen halverwege de werktijd ideeën uitwisselen met behulp van een vertrouwde routine in de klas en geef ze vervolgens de tijd om hun werk aan te passen met nieuwe inspiratie.
Als je door wilt gaan naar deel B — Uitleggen, laat de leerlingen dan hun modellen intact houden.
DEEL B (45 minuten)
Uitleggen
(Hele klas, 20 minuten)
Verzamel leerlingen om het werk te bespreken.
Laat elke groep de voortgang van hun model gebruiken om het volgende uit te leggen:
- De plant of het dier dat ze hebben gekozen.
- Welke stadia van een levenscyclus ze lieten zien.
- Hoe dit soort organisme verandert tijdens zijn levenscyclus.
Uitbreiden
(Hele klas, 20 minuten)
Laat leerlingen:
- (5 minuten) Doorgaan met het bouwen en programmeren van hun platform met organismen, bijvoorbeeld door geluiden toe te voegen voor elk stadium.
- (10 minuten) Hun voltooide modellen gebruiken om het patroon in levenscycli uit te leggen en hoe de vele levenscycli die klasgenoten hebben laten zien vergelijkbaar en verschillend zijn.
(5 minuten) Vraag je leerlingen om kennis, ideeën of vaardigheden te delen die:
- hebben geholpen om de uitdaging te voltooien.
- ze al doende hebben geleerd.
Vraag je leerlingen om de sets en werkplekken op te ruimen.
Evalueren
(Hele klas, 5 minuten)
- Stel sturende vragen om leerlingen aan het denken te zetten over hun beslissingen tijdens het bedenken, bouwen en programmeren.
Observatiechecklist
Neem de belangrijkste leerdoelen door (vak Ondersteuning voor de leraar ).
Gebruik de checklist om de voortgang van de leerlingen te observeren:
- Hun model toont de juiste stadia van de levenscyclus van de door hen gekozen planten of dieren.
- Ze beschrijven nauwkeurig de levensstadia van hun organisme, inclusief hoe dit patroon zich herhaalt.
- Hun vergelijking van verschillende levenscycli die in de klas zijn gemodelleerd, stelt nauwkeurig manieren vast waarop ze vergelijkbaar en verschillend zijn.
Zelfevaluatie
Laat alle leerlingen een steen kiezen die volgens hen het best hun prestatie weergeeft.
- Blauwe steen: Met een beetje hulp kan ik instructies opvolgen om een programma te maken.
- Gele steen: Ik kan instructies opvolgen om een programma te maken.
- Groene steen: Ik kan instructies opvolgen om een programma te maken en ik kan een klasgenoot hierbij helpen.
Feedback met klasgenoten
Laat de leerlingen in kleine groepjes bespreken hoe ze de samenwerking hebben ervaren.
Moedig ze aan om hun boodschap als volgt te verwoorden:
- Ik vond het leuk dat je...
- Ik zou graag willen weten hoe je...
Differentiatie
Vereenvoudig deze les door:
- Leerlingen drie levensstadia voor hun organisme te laten maken in plaats van vier, of door ze een van de vier stadia te laten bouwen in een groep die een platform deelt.
Verhoog de moeilijkheidsgraad door: - Je leerlingen levensstadia te laten bouwen voor twee verschillende organismen, een dier en een plant.
Verlenging
- Laat de leerlingen onderzoeken hoeveel tijd het door hen gekozen organisme ongeveer in elk stadium van zijn levenscyclus doorbrengt. Vraag ze om de resultaten weer te geven in een staafdiagram. Help ze op weg door grafieken voor meerdere organismen met elkaar te vergelijken.
Als je de leerlingen hiermee aan de slag laat gaan, duurt de les langer dan 45 minuten.
Ondersteuning voor de leraar
De leerlingen:
- Leren dat organismen unieke en diverse levenscycli hebben.
- Ontwikkelen een model dat de levenscyclus van één soort organisme als patroon laat zien.
- Beschrijven verschillende cycli die allemaal de stadia geboorte, groei, voortplanting en veroudering met elkaar gemeen hebben.
(één per twee leerlingen)
- LEGO® Education SPIKE™ Essential Set
- Apparaat met de LEGO Education SPIKE app
Kerndoelen PO
Natuur en Techniek
- De leerlingen leren in de eigen omgeving veel voorkomende planten en dieren onderscheiden en benoemen en leren hoe ze functioneren in hun leefomgeving. (KD 40)
- De leerlingen leren over de bouw van planten, dieren en mensen en over de vorm en functie van hun onderdelen. (KD 41)
- De leerlingen leren oplossingen voor technische problemen te ontwerpen, deze uit te voeren en te evalueren. (KD 45)
Taal
- De leerlingen leren zich naar vorm en inhoud uit te drukken bij het geven en vragen van informatie, het uitbrengen van verslag, het geven van uitleg, het instrueren en bij het discussiëren. (KD 2)
Rekenen
- De leerlingen leren wiskundetaal gebruiken. (KD 23)
21e Eeuwse vaardigheden
Computational thinking
- De leerlingen leren modulaire programma’s te ontwerpen, schrijven en evalueren.
- De leerlingen leren een programma testen, fouten vinden en deze oplossen.
Wetenschap en Technologie
- De leerlingen ontwikkelen een nieuwsgierige, exploratieve houding.
- De leerlingen ontwikkelen kennis en inzicht over onderwerpen uit hun leefwereld.
- De leerlingen leren onderzoeken en ontwerpen.
- De leerlingen leren prototypes ontwikkelen, testen en verfijnen als onderdeel van een ontwerpproces.
Uitbreiding
Rekenen
- De leerlingen leren meten en leren te rekenen met eenheden en maten, zoals bij tijd, geld, lengte, omtrek, op- pervlakte, inhoud, gewicht, snelheid en temperatuur. (KD 33)
Materiaal voor de leerlingen
Leerlingenwerkblad
Downloaden, bekijk of deel als online HTML-pagina of als een afdrukbare pdf.