01
Daniel woont tegenover Sofie. Wat kan hij bouwen om berichten naar haar te sturen?
02
Zoek iemand aan de andere kant van het klaslokaal.
Probeer een bericht te sturen.
Maar doe dit zonder te praten!
03
Wat als de ander zich niet in dezelfde ruimte bevindt?
Wat zou je dan kunnen doen?
04
Op welke manieren gebruiken mensen licht om berichten te verzenden?
05
Bespreek Daniels probleem.
Zoek manieren om licht te gebruiken als code voor berichten.
06
Schrijf ze op.
(Bijvoorbeeld, één keer knipperen = ja; twee keer knipperen = nee; drie keer knipperen = ik weet het niet.)
07
Ontwerp een apparaat dat een bericht verzendt door middel van knipperende lichten.
08
Programmeer je apparaat om berichten te verzenden.
Gebruik de lichtcodes die je hebt bedacht.
09
Leg uit:
Wat is jouw ontwerpidee?
Hoe helpt je apparaat bij het verzenden van berichten over afstanden?
10
Leg uit:
Wat was het moeilijkste onderdeel van het oplossen van het probleem?
Werkte je ontwerp? Heb je het aangepast?
11
Leg uit:
Welke berichtcode heb je gemaakt?
12
Plan nu manieren om geluid te gebruiken als code voor berichten.
13
Schrijf ze op.
(Bijvoorbeeld: klappende handen = blij; blaffende hond = wil graag spelen.)
14
Ontwerp een apparaat dat geluid maakt.
Bouw het apparaat nu.
15
Programmeer het om de geluiden te gebruiken om gecodeerde berichten te verzenden.
16
Goed gedaan!