Met de ruggen tegen elkaar
Codes komen niet alleen op computers voor. Schrijf een pseudocode die beschrijft hoe je een LEGO® model kunt bouwen!
Overzicht
- Voor deze les heb je de LEGO® Education Persoonlijke leerkit Prime nodig.
- In deze les bouwen de leerlingen een LEGO model en schrijven ze een pseudocode die beschrijft hoe je het model kunt bouwen. Ze wisselen hun pseudocode uit met een klasgenoot.
Je kunt deze les geven:
- Als inleidende les bij de module Een bedrijf beginnen.
- Voor of na de les Plaats je bestelling of Buiten werking om de leerlingen zo kennis te laten maken of te laten oefenen met het schrijven van een pseudocode.
- Vóór de les Automatiseer het! om de basis te leggen voor het open project.
- Aan het eind van de module om de leerervaring voor de leerlingen uit te breiden.
- De persoonlijke leerkit (PLK) is een set voor thuis. Vraag na welk beleid de school hanteert voor het verdelen van materiaal.
- In het gedeelte Bijkomende hulpmiddelen van dit lesplan vind je een lespresentatie. Gebruik deze presentatie als leidraad en ondersteuning wanneer de leerlingen met de 5E’s aan de slag gaan.
Programmeerconcepten
- Algoritme: Een reeks stapsgewijze instructies voor het voltooien van een taak.
- Bug: Een programmeerfout. Debuggen is het verhelpen van fouten.
- Ontleden: Een code opsplitsen in kleinere delen of problemen.
- Pseudocode: Een overzicht met de stappen van een algoritme dat wordt uitgeschreven voordat het op een computer wordt geprogrammeerd. Aan de hand van een pseudocode kunnen programmeurs problemen (bugs) eenvoudiger vaststellen en verhelpen, en programmeerstappen opsplitsen (ontleden).
Activeren
(10 minuten)
Breng een kort gesprek op gang om erachter te komen wat je leerlingen al weten over programmeren.
- Tijdens dit gesprek kun je het met je leerlingen over code en programmeren hebben, zodat iedereen weet waar het over gaat.
Stel vragen als:
- Wat is een code? (Mogelijke antwoorden: iets dat wordt gebruikt om een machine of robot te vertellen hoe hij een bepaalde taak moet uitvoeren, of iets leuks of creatiefs, zoals het programmeren van een spel op de computer.)
- Ken je andere woorden die met programmeren te maken hebben? (Leerlingen die al ervaring hebben met programmeren, zullen misschien woorden opperen als: algoritme, pseudocode of bugs. Laat deze leerlingen hun kennis met klasgenoten delen.)
- Hoe ziet een code eruit? (Mogelijke antwoorden: blokken, tekst, getallen.)
Bespreek tijdens het gesprek ook waarom duidelijke instructies zo belangrijk zijn. Gebruik discussiepunten als:
- Een code kan een reeks instructies zijn. Stel je voor dat je je ochtendroutine zou programmeren. Hoe zou die code er dan uitzien? Wat doe je als eerste als je ‘s ochtends wakker wordt? (Mogelijke antwoorden: de wekker uitzetten, uit bed gaan, aankleden, ontbijten, tandenpoetsen, enz.)
- Aan welke eisen moet de ideale reeks instructies voldoen? (Mogelijke antwoorden: duidelijk, overzichtelijk, in de goede volgorde.)
Laat de leerlingen de eerste pagina van Activeren in de lespresentatie zien.
- Op deze pagina staat een reeks instructies voor het strikken van je veters.
Breng het gesprek weer op gang door vragen te stellen als:
- Wat kun je over deze code zeggen? (Mogelijke antwoorden: het vertelt je wat je moet doen, het is een reeks instructies)
- Wat zorgt ervoor dat deze instructies duidelijk zijn? (Mogelijke antwoorden: door de getallen weet je in welke volgorde je de dingen moet doen.)
- Aan welke eisen moet de ideale reeks instructies voldoen? (Mogelijke antwoorden: duidelijk, overzichtelijk, in de goede volgorde.)
Laat de leerlingen de tweede pagina van Activeren in de lespresentatie zien.
- Op deze pagina staat een voorbeeld van een LEGO Education SPIKE™ Prime code uit de les Plaats je bestelling, die deel uitmaakt van de module Een bedrijf beginnen. Deze programmeerstack drijft de robot aan die voor de kwaliteitscontrole zorgt.
Breng het gesprek weer op gang met discussiepunten als:
- Dit is de programmeerstack voor de robot die voor de kwaliteitscontrole zorgt. Dit programma drijft de robot aan.
- Bekijk de code. Wat gaat de robot doen? (De stappen zijn hieronder uitgeschreven als pseudocode.)
- Vertel de leerlingen dat ze, doordat ze de code in hun eigen woorden hebben uitgelegd, hebben geoefend met het maken van een algoritme en dat ze de eerste stap hebben gezet in het schrijven van een pseudocode.
- Het programma start.
- Motor A en F stellen de snelheid in op 50%.
- Motor A en F bewegen naar 350 graden en nemen hiervoor de kortste route.
- Zodra de motoren op hun plaats staan, wordt het geluid ‘Verbinden’ afgespeeld.
- De afstandsensor licht op.
- De lichtmatrix knippert 10 keer.
- De lichtmatrix geeft een afbeelding van een hart weer.
Hybride leertips voor de fase Activeren
Synchroon
- Breng tijdens de les een virtueel klassikaal gesprek op gang. Zorg ervoor dat je zelf zo min mogelijk aan het woord bent. Moedig de leerlingen aan om zelf vragen te stellen en antwoorden te geven. Gebruik een online stemtool of chatfunctie om iedereen bij het gesprek te betrekken.
Asynchroon
- Laat de pagina’s in de lespresentatie zien die bij Activeren horen en bepaal of de leerlingen hun antwoorden alleen met jou moeten delen of op een discussieforum voor de hele klas moeten zetten. Een online discussieforum is ideaal om klasgenoten met elkaar in discussie te laten gaan zonder dat iedereen op hetzelfde moment aanwezig hoeft te zijn.
Onderzoeken
(15 minuten)
- Laat de leerlingen hun persoonlijke leerkit openmaken en de stenen bekijken.
- Er zijn geen bouwinstructies. Moedig de leerlingen om aan vijf stenen uit te kiezen en daar een dier van te bouwen. Ze kunnen dit LEGO model van een eend als inspiratiebron gebruiken.
Laat de leerlingen de pagina Onderzoeken bekijken. Deze helpt hen de uitdaging te voltooien.
Bij deze uitdaging gaan de leerlingen:
Bouwen: Ontwerp een LEGO dier dat iemand anders moet bouwen. Ze moeten vijf stenen of minder gebruiken.
Coderen: Laat de leerlingen de stappen noteren die iemand moet volgen om het model te bouwen. Leg uit dat dit hun pseudocode wordt.
Programmeren: Laat de leerlingen in tweetallen werken. Leg uit dat een van de twee zijn of haar pseudocode met de ander moet delen. Deze laatste moet de stappen van de pseudocode vervolgens nauwkeurig uitvoeren. Laat de leerlingen vervolgens van rol wisselen.
Je kunt hier ook een klassenactiviteit van maken. Laat alle leerlingen hun eigen pseudocode schrijven voor het bouwen van een LEGO model en laat ze hun pseudocode vervolgens om de beurt met hun klasgenoten delen. De andere leerlingen moeten de stappen uitvoeren en het model proberen te bouwen.
Hybride leertips voor de fase Onderzoeken
Maak hier een groepsactiviteit van. Leerlingen vinden het geweldig om samen met klasgenoten te bouwen.
Synchroon
- Als de leerlingen de les online volgen, kun je er een klassenactiviteit van maken waarbij één leerling zijn pseudocode met de rest van de klas deelt. Je kunt de leerlingen ook opsplitsen in kleinere groepjes en ze in aparte break-outrooms hun pseudocode met elkaar laten delen.
Asynchroon
- Moedig de leerlingen aan om met de hulp van een gezinslid thuis een eigen werkplek te creëren waar ze de activiteiten kunnen uitvoeren. Een goed verlicht, vlak en netjes opgeruimd oppervlak is de ideale bouw- en testplek. Houd er rekening mee dat iedere leerling een andere thuissituatie heeft.
Uitleggen
(10 minuten)
- Laat de leerlingen, zodra ze de bouw- en programmeeruitdaging hebben voltooid, hun ervaring delen met een klasgenoot.
- Op de pagina Uitleggen in de lespresentatie staan voorbeeldzinnen die de leerlingen kunnen gebruiken wanneer ze feedback geven of willen krijgen.
- Herinner de leerlingen eraan dat ze elkaar aankijken, op een vriendelijke toon praten en specifieke voorbeelden geven wanneer ze feedback geven. Moedig ze aan om na te denken over manieren waarop ze hun uitvindingen kunnen verbeteren aan de hand van de feedback die ze hebben ontvangen.
Deze voorbeeldzinnen kun je gebruiken als je feedback geeft:
- Ik ben echt onder de indruk van...
- Ik wil graag meer weten over...
- Ik had hetzelfde idee...
- Ik had een ander idee...
- Ik stel voor...
Deze voorbeeldzinnen kun je gebruiken als je feedback wilt krijgen:
- Welke instructies waren duidelijk?
- Wat kan ik nog verbeteren?
- Welke problemen kunnen worden verholpen?
Nadat de leerlingen elkaar feedback hebben gegeven, vraag je ze om uit te leggen welke raakvlakken er zijn tussen deze activiteit en programmeren.
Stel vragen als:
- Op welk vlak lijkt deze activiteit op programmeren? (Mogelijke antwoorden: we schrijven instructies op die iemand anders moet volgen, net zoals een code die de computer moet volgen.)
- Waarom is het slim om een pseudocode te schrijven? (Mogelijke antwoorden: zo kun je je code controleren en eventuele fouten verhelpen voordat je hem op je computer invoert.)
- Waar moet je bij het schrijven van een pseudocode goed op letten? (Mogelijke antwoorden: de details, de stappen moeten in de juiste volgorde staan.)
Hybride leertips voor de fase Uitleggen
Synchroon
- Als de leerlingen de les online volgen, kun je samen met hen de voorbeeldzinnen voor feedback op de pagina Uitleggen in de lespresentatie bekijken en de leerlingen in kleine groepjes opsplitsen zodat ze elkaar in break-outrooms feedback kunnen geven.
- Neem een kijkje in de verschillende break-outrooms en laat de leerlingen een voorbeeld van de gegeven feedback delen zodat je kunt controleren of ze alles goed hebben begrepen.
- Beantwoord eventuele vragen en ga direct in op misvattingen om de leerlingen meer inzicht in het huidige concept te geven.
Asynchroon
- Moedig de leerlingen aan om hun mening over de ontvangen feedback met de klas te delen of er een opmerking over te plaatsen in de groepschat.
Uitbreiden
(5 minuten)
- Laat de leerlingen bedenken hoe ze deze activiteit nog een keer kunnen doen met een ander LEGO model.
- Laat ze de inspiratiemodellen op de pagina Uitbreiden in de lespresentatie zien.
Stel vragen als:
- Hoe zou je deze activiteit opnieuw doen met een ander LEGO model?
- Hoe zou je je pseudocode verbeteren?
- Welke instructies kun je groeperen?
- Hoe kun je ervoor zorgen dat je programma gemakkelijk kan worden uitgevoerd?
Het kan zijn dat je alleen tijd hebt om nieuwe modellen te maken en de bijbehorende pseudocode te schrijven. In dat geval kun je het rollenspel dat bij de activiteit hoort, beter voor de volgende les bewaren.
Hybride leertips voor de faseUitbreiden
Synchroon
- Plan een online klassikaal moment in waarop de leerlingen elkaar kunnen vertellen hoe ze hun oplossingen zouden kunnen verbeteren.
Asynchroon
- Maak een virtuele galerij zodat de leerlingen elkaars werk kunnen bekijken. Moedig ze aan om foto’s en filmpjes van hun werk te plaatsen en ook de creaties van hun klasgenoten te bekijken.
Evalueren
(5 minuten)
- Laat iedere leerling een voorbeeld geven van de stapsgewijze instructies in hun pseudocode (bijvoorbeeld het algoritme) en laat ze ook een voorbeeld geven van een probleem in hun pseudocode dat ze hebben verholpen.
Laat de leerlingen een gekleurde steen kiezen die volgens hen het best hun prestatie weergeeft:
- Rode steen: Met een beetje hulp kan ik een pseudocode schrijven en fouten in een programma oplossen.
- Gele steen: Ik kan uitleggen hoe je een pseudocode schrijft en fouten in een programma oplost.
- Groene steen: Ik kan anderen uitleggen hoe je een pseudocode schrijft en fouten in een programma oplost.
Hybride leertips voor de fase Evalueren
Je kunt op veel verschillende manieren evalueren: een schriftelijke opdracht, een opgenomen of livepresentatie of een tekening waarmee de leerlingen laten zien hoe goed ze de opdracht hebben begrepen.
Synchroon
- Breng tijdens de les een virtueel klassikaal gesprek op gang.
Asynchroon
- Laat de leerlingen hun eigen werk evalueren door ze een schriftelijke opdracht, een opgenomen of livepresentatie of een tekening te laten plaatsen waarmee ze laten zien hoe goed ze de opdracht hebben begrepen.
Ondersteuning voor de leraar
De leerlingen:
- Maken en volgen een reeks stapsgewijze instructies van een pseudocode
- Stellen problemen in de pseudocode vast, splitsen ze in kleinere delen op en verhelpen ze
- LEGO® Education Persoonlijke leerkit Prime (1 per leerling) of andere LEGO stenen of beschikbare materialen voor elke leerling
- Lespresentatie (zie Bijkomende hulpmiddelen)
- Papier (2 vellen per leerling)
- Schrijf- en tekenmateriaal (pen, potloden, markeerstiften)